Fotoserie

#GENIETEN(2017)

#heerlijkgenieten, wekelijkse beeldcolumn voor Volkskrant magazine.

Aly Bennink-Schilder (55)

Tiel

Toen Aly op haar achttiende op een konijnententoonstelling stond met haar vrouwelijke blauwe Hollander kwam er een jongeman langs met een mannetje. Of ze misschien konden gaan fokken? Met de konijnen werd het niks, maar met die jongeman is Aly al dertig jaar getrouwd. Thuis in IJsselmuiden hebben ze dik 100 cavia’s en nog wat Russische- en Syrische hamsters. Voor erbij. Groot geld is het niet, een prijswinnende cavia van € 50 is al heel wat. Aly is op de caviatentoonstelling in Tiel keurmeester. Dat ben je niet zomaar, het is een opleiding van 6 jaar. Nu mag zij alle dieren keuren die op haar kraakwitte jas staan afgebeeld. ‘Ik geniet het meeste van de blijheid van de cavia’s, ze begroeten je, ze herkennen je, heerlijk dat gerammel aan het hok. Veel leuker dan konijnen, die maken geen geluid.

Melvin Cairo (35)

Gaasperplas

Melvin is Rotterdammer, vader van Jamar (7) en Joy (2) en een Sexy Motherfucker. Die laatste titel draagt trouwens iedereen op de BBQ van de zeer besloten facebookgroep ‘Sexy Motherfuckers’ (SMF). ‘En daar kom je echt niet zomaar bij, zegt Melvin. ‘Je wordt gescreend, door rapper Lexxxus the Don die heeft de groep een jaar geleden opgezet. Soms is er een feest of een BBQ, ik heb er nog geen één gemist. Alles met de SMF-club is sowieso genieten. Ik probeer er zo goed mogelijk uit te zien. Rood is mijn kleur, dat draag ik altijd. Of ik ook een rapper ben? Nee, ZZP’er. Ik heb met een paar maten een klusbedrijf, ‘Klasseman Bedrijf’. Doe binnenshuis en buitenshuis, tuin mooi maken, kookeiland, je weet toch.’

Geert van Pol (49)

Den Bosch

Geert houdt van dansen. Op de Western Experience in de Brabanthallen is hij de helft van de tijd te vinden tussen de linedancers. ‘Wat ik als eerste doe is contact maken met de vloer. Zijn het tegels, zijn het parket planken. Wéten wat je kan is het belangrijkste, je hebt zo een kapotte knie’. De andere helft van de tijd is hij aan het bijkletsen met ‘De Grote Countryfamilie’. ‘Als je net binnenkomt zie je alleen maar bekenden. Mijn halve facebook is Country en die mensen kom je hier tegen. Het geeft echt een gevoel van verbroedering.’ Geert is ook dansleraar bij de Western Express in Enschede. ‘Heerlijk. Mooie dansen uitlessen en mensen precies leren wat ze ook kunnen. Dat is de truc.’ Voor hem is Country wel een lifestyle voor in zijn vrije tijd. ‘Overdag zit ik in het onderhoudsgroen van de gemeente. Schoffelen, onkruid wieden en nu ook gladheidsbestrijding. In een normale broek en een normale trui.’

Diana Stender (84)

Rotterdam

Diana – type vooroorlogse bouwkwaliteit – woont in een ansichtkaart van Rotterdam. Op de 13e verdieping van ouderencomplex Oostmolensteyn kijkt ze uit over de skyline van de stad die ‘wij’ hebben opgebouwd. ‘s’Avonds is het helemaal mooi, met al die lichies. Mijn vaste stek is voor het raam, genieten.’ Haar huis staat bomvol met snuisterijen, lampjes en verzameling van 100 kattenbeeldjes: gezellig én je hebt wat te stoffen. ‘Ik ben heel groos op mijn huisie. En ik heb een vriend, Henk, voor in het weekend. Die ben ik met kaarten tegengekomen. Daar was het klaverjassen, maar daar is met z’n tweeën niet veel an. Wij doen Amerikaans jokeren en koffie drinken in de stad. Mijn geld moet ook op hé?’ Koken doet Diana meestal zelf, maar ook soms eet ze ‘beneden’. ‘Een sateetje bij De Dijk of een kapsalon bij de Turk, ja ik ben een echte Rotterdamse hoor. Kom je trouwens niet te dichtbij met die camera? Anders sta ik met zo’n dikke bolus in de krant.’

Han Witzel (65)

Nieuwegein

Op hobbygebied bestrijkt Han een opmerkelijk spectrum. Op de Vivarium beurs in Nieuwegein is hij vooral hoofdredacteur van het blad ‘Het Aquarium’, maar hij prutst ook graag met elektronica, fotografeert én schrijft recensies over symfonische rock. Soms stopt het een, dan begint het ander. ‘Toen de buurman mijn aquarium kapot sloeg – hij was niet zo’n liefhebber – ben ik met leguanen begonnen. Drie maanden bezig geweest om een verblijf te maken. Eerst 150 flessen purschuim gekocht bij de Gamma, het droop echt door het hele huis. Toen een beekje gemaakt, echte boomstammen geregeld en zaten al die leguanen in polonaise op de tak: genieten.’ Inmiddels heeft de oud bedrijfsarts ook die hobby de deur uitgedaan. ‘Je kan ze wel aaien, maar als je een vinger voor hun neus houdt denken ze ook dat het voer is, het zijn hele domme beesten hoor. Die terrariumtypes zijn sowieso hele aparte mensen. Vaak helemaal in het leer, tatoeages en ze rijden dan in zo’n grote Ford Bronco. Nou ja, ik had in mijn leguanenperiode ook een Bronco, maar ik ben niet zo.’

Charissa Roovers (14)

Waalwijk

Als Charissa wakker wordt is het eerste wat ze ziet een muur van gouden en zilveren medailles aan haar bed: de oogst van een 10-jarige majorette-carriére. Vanaf haar vierde zit ze op majorette en twirlen. Het draaien met de baton – wat de majoretteleek ‘de stok’ noemt – samen met het dansen op muziek, daar gaat het om op de Brabantse kampioenschappen in Waalwijk. Charissa deed een ‘3-spin’ tijdens haar optreden. Die ging ‘wel goed’. ‘Soms is het balen als dingen op de training wel lukken en in de wedstrijd niet. Maar spanning heb ik niet veel. Meestal ben ik normaal.’ De topjaren van de Bredase lagen tussen haar negende en elfde. Ze haalde zelfs het EK in Noorwegen waar ze een ‘ijscoshow’ liet zien met een door haar vader getimmerde ijscokar. Charissa: ‘Ik had gedacht om volgend jaar te proberen de cup in Kroatië nog te halen en dan te stoppen. Maar ik heb er nog even over nagedacht. Ik ga door.’

Cees Schönhage (52)

Amsterdam

De Nova Zemblastraat is, heel vriendelijk gezegd, niet echt een kanshebber voor ‘De mooiste straat van Amsterdam’, maar dat geldt niet voor het stukje waar de groene vingers van Cees het voor het zeggen hebben. Het begon met een hederaatje en een vuurdoorn in twee rechtop gezette stoeptegels, maar groeide uit tot een next level geveltuin inclusief kabbelende fontein. Buurtbewoners laven zich aan de wisteria semensis, Japanse esdoorns en fluitende rijstvogels: de hele groene shebang, met nadruk op de Japanse tuincultuur. Cees zit er in zijn tuinstoel hele dagen tussenin. Hij omschrijft zijn zelfgebouwde oase graag als ‘De tweede Hortus van Amsterdam’. ‘Mijn vakantie breng ik gewoon op de stoep door. Het liefst zou ik ook de gesloten binnentuin willen beheren, eveneens in Japanse stijl. Ik haal de spanning tussen de planten weg, zodat ze in harmonie en evenwicht kunnen groeien. Die fontein is trouwens van mijn overleden moeder geweest. Zowel binnen als buiten hoor ik nu haar water de hele dag stromen.’

Naomi Tataroglu (19)

Den Haag

Vier jaar lang vocht Naomi kickbokswedstrijden onder de naam ‘Naomi de Pygmee’, een creatieve verwijzing naar haar compacte lichaamsbouw. Maar toen dat niet het gewenste afschrikwekkende effect bleek te hebben, stapte ze over op ‘Naomi de Pitbull’. Dat past veel beter. ‘Want als ik eenmaal bloed ruik, laat ik niet meer los,’ lacht de Haagse. ‘Ik ben echt van het beuken, mijn vechtstijl is vrij slordig, ik hou van het rossen.’ Haar laatste partijen in Madrid en Antwerpen won ze allebei. En dat met lange roze gelakte nagels ónder de handschoenen. Naomi: ‘Dat is met mijn haar het enige vrouwelijke wat ik heb, dus dat hou ik lekker zo. Ik zet nu alles opzij voor de sport en werk als portier in de beveiliging. Ooit hoop ik de overstap maken naar MMA, daar kan je meer geld verdienen. Misschien kan ik dan later mijn familie onderhouden. Zij doen nu zoveel, dat zouden ze echt verdienen.’

Hugo Schortinghuis (66)

Tiengemeten

Hugo Schortinghuis is naar eigen zeggen ‘niet de langste, maar wel de langst wonende inwoner van het eiland Tiengemeten’. In de begintijd maakte hij furore als de eerste premiejager op mukusratten. Hugo komt uit Den Haag, had drie goedlopende strandtenten en verkocht de hele handel om rustig te gaan ‘genieten’ in een oude smederij op het eiland  ‘Ze zeiden altijd dat kleine mensen een jaar of 50 werden, maar ik ben nu 66. Dat had ik niet begroot. Ik slijt ook harder, als jij één stap doet moet ik er twee doen.’ Nu rijdt hij voor een tientje bezoekers rond op Tiengemeten in een golfkar .’Jammer dat het waterschap nu de muskusrattenbestrijding doet. Ik kreeg  zeven en een halve gulden per rat en ik had er soms wel 750 in de maand. Dat was pas genieten!’

Mila Milan (30)

Halfweg

Mila studeerde in Oostenrijk industriële vormgeving en vertrok naar Thailand om meubels te maken voor 5-sterrenhotels. Die betaalden alleen pas na een half jaar en om wat bij te schnabbelen ging ze webcammen. Dat bleek een goudmijntje. Mila: ‘Ik verdiende zeventigduizend dollar per maand en werkte drie uur per dag: genieten. Mannen zijn net monkeys hoor, je laat ze een paar tieten zien en kassa.’ Maar na een inval van de Thaise politie, drie dagen gevangenis en een stapel boetes, stond ze met haar gezin weer op Schiphol. Hier ging ze verder in ‘de industrie’ en nu staat ze als international pornstar op doorbreken in Engeland. ‘Het is wel echt werk, als je een tegenspeler niet leuk vind is het jammer voor je; het is geen wunschkonzert. Ooit wil ik zelf grote producties maken, maar geen huis-tuin-en-keukenporno. Meer in de sfeer mijn laatste film ‘Infernal’, met een echt verhaal. Daar had ik tweehonderd bladzijden script, vijf draaidagen en maar één dagje sex.

Paul Kingma (27)

Assen

Bij afslag 31A voor het Truckstar festival in Assen, staat ‘voertuigspotter’ Paul strategisch opgesteld. Auto in de berm, camera op statief, radio aan en zak chips onder handbereik. ‘Ik focus op vrachtwagens, maar komt er een oldtimer langs of iets met maar een béétje uitstraling, gaat ie net zo hard op de foto.’ De Nijkerker spot al 10 jaar. ‘Vorig jaar heb ik het even stopgezet, het liep uit de hand. Het is heel gaaf, maar wel voor erbij. Daar ging het mis. Ik liep vast. Nu spot ik weer zoals het hoort: tussen de bedrijven door.’ Paul is van de categorie veelschieter. ‘Je hebt ook veel jonge spotters die alleen maar gericht zijn op het leuke spul. Niet mijn instelling. Voor mij geldt: vrachtwagenspotten is vrachtwagenspotten, klik-klak-klik-klak, alles meenemen. Maar als het rustig is, zit ik ook weleens op mijn stoeltje weg te dommelen, beetje in gedachte ronde te zweven. Heer-lijk!’

Edwin Smelt (25)

Nijverdal

Voor het outdoorterrein van de Wilgenwaerd, aan de voet van de Sallandse Heuvellrug staat een groot bord: Natuurlijk Genieten. Daarachter staat Edwin uit Vriezenveen als sumoworstelaar in een dikmaakpak. Hij is door zijn vrienden op het ‘Vrijgezellen Arrangement B’ getrakteerd: touwparcoursje, vlot bouwen én een sumoworstelpartij. De instructeur doet het eerst voor: ‘je gooit een flinke hand zand naar je tegenstander, roep dan: ‘saté!’ en aanvallen geblazen. Wie het eerst op zijn rug ligt krijgt een punt.’ Iedereen mag één keer tegen Edwin, die het in de eerste partijen op pure kracht steeds moet afleggen. Hij gaat stiekem over op een andere tactiek, tegenstander is broertje Jacco. Die maakt een aanloopje, schreeuwt ‘foe yong hai!’ en komt keihard aanstormen. Net voor de voorspelbare botsing stapt Edwin ineens met een knappe schijnbeweging opzij. Jacco kantelt met al zijn tijdelijke Japanse overgewicht voorover en kwakt met zijn kop in het zand. Geen punt voor Edwin, wel 8 bulderende vrijgezellenlachsalvo’s van zijn vrienden.

Frans Koster (61)

Lelystad

Frans had nooit veel baardgroei. Totdat hij drie jaar geleden ineens omviel op de dag voor de crematie van zijn moeder. Hij kwakkelde al tijden met zijn gezondheid maar kreeg toen – gevalletje geluk bij een ongeluk – eíndelijk de goede medicijnen. ‘Daarvoor leek ik op een 98-jarige, had zo’n zandstrandhuidje, liep met een stok, ik was echt aan het doodgaan. Maar na de goede diagnose word ik nu elke dag wakker met een euforisch gevoel. Ik voel mij herboren.’ Dus toedeledokie, stok en kreukelhuid en als bonusbijwerking van de medicatie ook nog stevige baardgroei, die hij meteen tot bluesproporties liet uitwoekeren. Want Frans ís muziek. ‘Ik heb thuis van alles staan, een elektrische piano, synthesizer, en ik speel basgitaar. Ooit wilde ik naar het conservatorium, maar toen ik daar een jaar op moest wachten kreeg ik er zo de schijt in dat ik jaren geen piano heb aangeraakt, haha. Dat is dus nooit gelukt, maar later wel in veel bands gezeten. En met mijn muziekhart zit ik nu veel in Muziekwinkel Lelystad. Ook mooi!’

Jim Botman (26)

Schoorl

Tegen zijn vriendin was Jim vanaf het begin duidelijk: ‘Ik ben elke dag van de week van jou, behalve de zondag.’ Want elke zondag is zoekdag. Dan stapt hij met kaplaarzen, camouflagebroek in zijn gele Suzuki Alto om tussen Schoorl en Bergen de geschiedenis uit de grond te spitten. De voorlopige vangst die zijn XP Deus metaaldetector bij elkaar heeft gepiept: een portemonnee uit 1972, wat musketkogels, een flessendop uit 1600 en nog wat muntjes. Niks bijzonders voor de ervaren zoeker: ‘Hier in dit gebied vind je veel uit alle tijdperken. Florismuntjes, hakenkruisjes, maar ook veel van de slag uit 1799. Toen zijn de Russen hier in de pan gehakt.’ Jim werkt heel secuur. Altijd éérst vragen aan de landeigenaren en keurig die 500 polletjes die hij steekt, ook weer dichtmaken. De mooiste dingen gaan mee naar zijn ‘museumpie’, een vitrinekast in de huiskamer. ‘Voor mij is het geen schatzoeken, de waarde doet mij niks. Het is de geschiedenis! Als ik er geld mee zou kunnen verdienen was ik wel archeoloog in plaats van isolatiemonteur.’ en geen piano heb aangeraakt, haha. Dat is dus nooit gelukt, maar later wel in veel bands gezeten. En met mijn muziekhart zit ik nu veel in Muziekwinkel Lelystad. Ook mooi!’

Theo van Kessel (57)

Boekel

Theo zit in de uitvaartverzorging. Doordeweeks regelt hij met zijn vrouw Jet alles rondom begrafenissen en crematies in een hecht familiebedrijf. ‘Behoorlijk zwaar werk. Je moet altijd klaar staan en emotioneel neem je veel mee naar huis. Maar als ik ‘s avonds de dieren verzorg ben ik meteen alles kwijt. Onze Alpaca’s: dat is voor mij puur ontstressen.’ Op de show in Boekel greep kleurkampioen Madock net naast de hoofdprijs, maar dat is geen ramp. Ze draaien mee met de top. Bovendien won hij met zijn vader, de tophengst Waratah Flats Earl Grey, al zeven kampioenschappen. Die geniet nu van zijn pensioen. Theo: ‘Een Alpaca is zo’n schattig dier, dat koppie alleen al. Ze maken ook weinig geluid, ze neuriën alleen een beetje. Ook zijn het sobere eters. Maar het mooiste is de wol, wij hebben thuis truien, een dekbed en kussen. Ken je die truien van schapenwol waar dan een prik inzit? Heb je met Alpacawol totáál geen last van.’

Jolanda van der Kolk (46)

Ermelo

Op pokergebied gaat Jolanda altijd op safe. Dat blijkt op het NK Pokeren voor teams in Ermelo voorlopig de juiste tactiek. In de eerste ronde speelde ze iedereen van de tafel. Jolanda: ‘Pokeren is niet moeilijk als je goede kaarten krijgt. Ik had een aas en drie vrouwen en mijn tegenstander ging ‘all in’. Dat was snel bekeken. Mijn vrienden zeggen weleens dat ik vaker een blufje moet maken om kleine stacks weg te spelen, maar dat zit niet in me.’ Voor de eeuwige discussie of poker een kans– of behendigheidsspel is, hebben ze in Ermelo een goed antwoord: Een goede speler moet weinig pech hebben en een slechte speler heeft veel geluk nodig. Jolanda’s team – Ed en de drie J-J-J’s – werd uiteindelijk achtste. ‘Er was helaas één J die er niks van bakte. En ik ging in de tweede ronde ook minder.’ Maar geen drama, voor Jolanda telt de gezelligheid meer dan de competitie. Online speelt ze nooit en al helemaal niet om geld. ‘Voor mij is het leukste aan poker dat je er even uit bent.‘

Marcel Nijssen (46)

Zeewolde

De meeste piloten van Modelvliegclub Gooi en Eemland hadden hun kist al in de auto gezet. ‘Het ‘wappert’ teveel, windkracht 6. Daar kwam Marcel net te laat achter toen hij zijn Piper Cub ondersteboven in de hoogste boom bij het moeras jakkerde. Dus niks genieten van kurkentrekkers en loopings, maar het waadpak uit het clubhuis zoeken voor de bergingsexpeditie. De rest van de middag ligt de ex-militair berustend op zijn zonnebedje. ‘Het is hier sowieso op een dag 50 minuten vliegen en 5 uur ouwehoeren, stiekem gaat het om dat laatste. En elke kist belandt vroeg of laat in de Kliko.’

Nani Kamphuis (72)

Stavenisse

Nani Kamphuis woont ‘s winters in de Julianastraat in Stavenisse en ‘s zomers in een hut in de ‘wilderness’ aan de voet van Mount Shasta in Californië. Twee werelden maar allebei zonder koelkast. Dikke kans dat u Nani al een keer heeft gezien maar dan met blote buik. Ze haalde de geschiedenisboeken met dé foto van het feministisch protest in de jaren ’60, ‘Baas in eigen buik’ had zij rondom haar navel geverfd. Drie kinderen opvoeden later haalt zij in Zeeland herinneringen op aan haar jeugd toen ze opgroeide aan zee. De ‘roots’. Het zand onder de blote voeten, de plantjes en de zee. ‘Ik zie het als een soort afscheid nemen’. Nani kijkt verontwaardigd naar de straattegels voor haar huis. De gemeentereiniging van Stavenisse heeft gisteren het zogenaamde ‘vuil’ tussen de stenen heeft weggehaald. ‘Maar die kleine plantjes, daar kon ik nu zo van genieten.’

Marjolijn Kylstra (58)

Stompwijk

Op de Stompwijkse Paardendagen heeft de showpony Donar al veel applausjes gehaald. Staan op de achterbenen is voor hem gesneden koek, net als hoofdrekenen. Hij ging vroeger regelmatig als ‘rekenpony’ op tour langs de discotheken. Stond hij op het podium met een groep bezoekers en dan vroeg dierentrainer Marjolijn: ‘Hoeveel vrouwen staan hier Donar?’ Begon hij te tikken met zijn hoefje op een krijtbord. Tik-tik-tik-tik-tik-tik… ja hoor 6! En daarna kleuren herkennen of worteltrekken, het zit allemaal in zijn repertoire. Zeg trouwens vooral geen Shetlander tegen hem, Marjolijn corrigeert meteen: ‘Donar is een kruising van een Falabella, een Argentijnse miniatuurpony. Véél edeler en smaller. Normaal gesproken dan, nu is hij ook gewoon te vet.’ Ze doet het trouwens niet voor de spotlights. ‘Het trainen van de dieren, dat is veel meer genieten dan de show zelf’, bekend de Rhedense, die de halve Ark van Noch al onder handen heeft genomen: wasberen, katten, ganzen, kippen, geiten, varkens, alleen de olifant ontbreekt nog. Nu doet ze vooral paardenshows: ‘Ik train altijd rustig en probeer in het hoofd van het dier te komen. Als ik dan voel dat een paard gaat doen wat ik alleen maar dénk, dat telepathische, dat noem ik zelf het Kentauergevoel. Dat is zo fantastisch, dan zijn we half mens half paard.’

Anna-Maja Kazarian (17)

Den Haag

Toen Anna-Maja opgroeide in Heerenveen ging ze op haar zevende op schaken. ‘Ik vond het gewoon een heel spannend spelletje, maar elk toernooi kwam ik steeds met de beker thuis.’ Na 230 bekers, een Europees jeugdkampioenschap en een stapel wonderkindartikelen in de pers verder, wil ze ook nog wel wereldkampioen worden. En dan het liefst in aanvallende stijl, trouw aan haar schaakmotto: remise = saai. Het schaaktalent heeft Georgische ouders en woont nu in Den Haag in een flat met overal foto’s van Anna-Maja aan de muur. Dat is het werk van haar apetrotse moeder, die ook fungeert ook als een soort personal assistent. Ze gaat altijd mee naar wedstrijden – de Kazariannetjes zijn daar een begrip – , zoekt de jurk uit voor deze foto en oefent veel schaakpartijen met haar dochter. Anna-Maja: ‘Maar mijn moeder kan helemaal niet schaken, ze kijkt naar de stelling in het boek en zegt dan goed of fout, haha. Dat werkt ook hoor.’

Robert Berger (66)

Lopik

‘Ik geniet het meest als mensen van mij genieten’, zegt Robert. Hij is al zijn hele leven muzikant, of naar eigen zeggen ‘pianobeest’, maar óók eigengereid drankenmaker. ‘Ik kom uit een Bourgondisch geslacht van hardhouthandelaren en ben opgegroeid met hééérlijke wijntjes. Maar ik werd een arme muzikant en kon die wijnen die ik gewend was niet betalen. Oplossing? Zelf maken!’ Dus tapte hij berkenbomen af voor berkenwijn, ging aan de slag met wortels en gewassen en straks gaan twee buurmeisje in een teil 14 dozen kersen platstampen. ‘Toen ik begon was het de eerste drie jaar niet te zuipen, al werd je er wel dronken van, haha. Nu mislukt het nooit meer. Weet jij hoe een Berk smaakt? Weet je niet. Weet jij hoe citroenkruid smaakt? Weet je niet. Moet je mijn wijn proeven. Pure smaken!’ Van de wijnwereld mag hij het alleen geen wijn noemen want er zitten geen druiven in. Dus heet de drank van Robert geen wijn, maar ‘Bergers’.

Eddy van Laerhoven (51)

Zoetermeer

Eddy heeft net het hoogtepunt van de landelijke Teckeldag achter de rug. Met zijn Bella en nog driehonderd soortgenoten stond er een groepswandeling door de Dorpsstraat op het programma. ‘Ik was eigenlijk meer een paardenman, maar ik kreeg tien jaar geleden rugklachten en toen was het: paarden eruit, teckels erin. En dan alleen langharig en in de kleur rood.’ Met zijn vrouw Jolanda heeft hij er drie, waarvan twee prijswinnend (Daisy en Diega) en één prijsloos (Bella) want die haat hondenshows én laat dat merken. Maar dat is ook typisch teckel. Eddy: ‘Niet iedereen is geschikt voor hun karakter. Ze zijn enorm lief en enorm fel en eigenwijs. Als je druk bent van jezelf gaat het niet. De truc is consequent zijn, want geef ze een halve vinger en ze pakken je tot je elleboog.’ Ze hebben nu af en toe een nestje, het fokken is een hobby geworden. ‘Dat is leuk en intensief. Stambomen uitpluizen, inentingen, echt een heel gedoe. Het is pas echt genieten als ik met ze door de bossen loop. Niks aan mijn hoofd, alleen de natuur, de teckels en een stuk ontspanning.’

Marisol Martha (48)

Rijswijk

Ze slaat weleens een jaartje over, maar een vriend heeft Marisol mee weten te sleuren naar de Arubadag-viering. In een oude broodfabriek op industrieterrein Plaspoelpolder – een locatie met nul tropische allure – is er tóch een succesvolle indoor variant van het Antilliaanse eiland gemaakt. Met te lekker eten, te harde muziek en Marisol in een te mooie panter/bloemen-combinatie achterin het publiek. ‘Aruba? Haha, ik kom van Curacao! Die hebben ook een dag in juli, maar voor mij is het gewoon hetzelfde, weet je. Alles wat Antilliaans is, zit in mijn bloed: Ik ben gék op mooie kleren, dansen gaat gewoon vanzelf en ik kan heeeeel goed koken, jaha! Vooral Jambo, mijn lievelingsgerecht met vis en varkensstaart. Beetje slijmerig maar lék-ker! ‘ Marisol heeft 4 kinderen, waarvan twee nog thuis. ‘Over een uurtje ga ik wel op tijd weer terug naar Amersfoort, morgen weer vroeg opstaan. Eerst mijn dochter naar school brengen en dan naar het schoonmaakbedrijf. Ik ben daar leidinggevende maar géén baas hoor. Als er eentje ziek is val ik gewoon in.’

Piet (63)

Nunspeet

Piet – in de krant even zonder achternaam, ‘want wie wapens bezit, houdt ook van een beetje privacy’ – heeft net zijn antieke Charleville musket uitgelaten. De procedure kennen we uit de Napoleontische tijd: kruit erin, bal erbij, pompstok erop, aanleggen…..BOEM. En als de dikke rookwolk is opgetrokken komt het tevreden gezicht van Piet weer tevoorschijn. Het is een wapen dat zich al heeft bewezen tijdens de Franse revolutie en nu draagt het ook zijn steentje bij aan de open dag van schietvereniging De Buitenwacht. Piet: ‘Ik heb al er al vijftig schoten uit staan jenken, het is wel weer even mooi. Elke zaterdag ga ik hier schieten. Het is spanning en ontspanning tegelijk. Sta ik hier die grote klappen te geven en als het dan nog een beetje raak is, heerlijk.’ De liefde voor wapens is voor hem een gevalletje paplepel. Piet zijn vader was militair en hij wilde niets liever dan ook het leger in. Helaas werd hij afgekeurd, maar via een omweg belandde hij toch bij Defensie. Hij heeft er veertig jaar als wapenhersteller gewerkt. ‘Eerst mijn hobby, toen mijn werk, nu weer mijn hobby.’

Janneke Venhovens (27)

Bant

Op het Sleehondenweekend in de Kuinderbossen hebben de poolhonden te maken met het klimaat van de Noordoostpolder. De slee is daarom vervangen door wieltjes en de sneeuw door modder. Een soort skeelerversie die in Nederland de standaard is geworden. Janneke: Zo is het wel veel zwaarder, maar als de honden mogen rennen zie je ze genieten. Ik heb net een nieuwe naam voor ons team: Shtiya, dat is eskimotaal voor ‘mijn kracht’.’ De Limburgse kampeert met haar Huskies en Samojeeda’s een weekendje in Bant. ‘De verslaving heerst, ik heb net de achterruit van de auto laten bestickeren met alle honden. Nu moet de aanhanger nog een beetje worden gepimped. Maar vier honden is de max hoor. Ik heb een seniorenwoning aan de bosrand, ik hoef de step maar te pakken of we hollen al door het bos. Er zijn wel boswachters die dat niet zo waarderen, maar die ben ik gelukkig nog niet tegengekomen.’

Han Klein Haneveld (67)

Wijchen

Alles wat Han leuk vindt valt onder het containerbegrip ‘knutselen’. ’Ik ben zo’n type die in staat is om een nieuw gekocht apparaat meteen open te schroeven om te kijken hoe het er van binnen uit ziet.’ De BMW/Moturist-zijspan – één van zijn dertig hobby’s – kent voor hem ook geen geheimen meer. Hij is beroepsvlieger, rechercheur, drukker én zendeling geweest, maar het enige waar hij nu nog de deuren voor langs gaat, is voor zijn bijbaantje als postbode. Alles op de fiets, de post in een zijspan. Bij zijn motorclub ‘Het Derde Wiel’ heet hij niet voor niets ‘Han Zijspan’. ‘Een motorrijder is een solist, maar een zijspanrijder is een solist in het kwadraat. Het is rijden met een handicap en dát is nu juist zo leuk. De vaart als-ie van zijn plekkie komt is heerlijk. Het rubber moet branden.’ Binnen die solistenrijders is Han misschien de grootste solist. ‘Als we met de vereniging weg zijn geweest, vragen ze weleens op de terugweg om een eindje samen te rijden. Maar dan zeg ik altijd nee. Ik rij het allerliefste alleen.’

Mirre ten Have (18)

Erica

Deze rode muts – met een bondiger alternatief voor het Coca-Cola logo – draagt Mirre al vijf jaar elke dag. ‘Het is mijn ding, I guess. Er zijn onderhand mensen die vragen of ik er ook mee slaap. De zeldzame keren dat ik hem niét op heb, herkent niemand mij.’ Op de tweede editie van het metalfestival Pitfest, vloekt hij overtuigend met het oranje vrijwilligersshirts, maar afdoen is geen optie. Mirre was vroeger, naar eigen zeggen, ‘zo’n kutemo’, maar zit nu een jaar of drie in de metalscene (wel cool). ‘Iedereen denkt dat metalheads fucking eng en fucking geweldadig zijn maar dan kom je hier en tadáá: iedereen houdt van elkaar! Het zijn echt de alleraardigste mensen. Ik ben maar een klein meisje van 18 maar ik pas hier makkelijk tussen.’ En als we toch vooroordelen aan het tackelen zijn, weet Mirre er nog wel eentje. ’Metal is juist niet alleen schreeuwen en hakken. Er zijn zóveel subgenres, voor elke mood is er andere metal. Als ik mij kut voel zet ik iets agressiefs op, als ik blij ben powermetal, dat is fucking chill.’

Mart Heldens (67)

Hegelsom

Eén keer per jaar klinkt in Zaal Debije – als het schema niet dubbelt met de repetitie van de plaatselijke fanfare – het non-stop geratel van graaiende handen in pennenbakken: dé soundtrack van de jaarlijkse pennenbeurs. Mart organiseert hem nu voor de 24e keer, volgend jaar is het jubileum. ‘Thuis heb ik honderdduizend pennen, gerangschikt op soort en alfabet en ik zit bij de landelijke pennenvereniging. Daar zijn ook een paar Duitsers en Denen lid en één Japanner, maar die heeft nog nooit iemand gezien.’ Alles draait in de vereniging om balpennen, maar met het oog op het teruglopende ledenaantal, worden er ook een paar vulpenverzamelaars gedoogd. In Huize Heldens – te herkennen aan de enorme pen naast de voordeur, pensioenkadootje van de baas – is Marts verzameling niet de enige trekpleister. ‘Mijn vrouw Toos spaart koffiemelkcupdekseltjes, een hobby die groot is in Zwitserland. Als we ergens koffie gaan drinken, kijken we altijd eerst wat voor koffiemelk ze hebben.’

Gerrit Verheij (50)

Vianen

Gerrit is nog nooit in Schotland geweest. Maar een kilt dragen is op de Highland Games Vianen – een uit de hand gelopen Schotse sportdag – óók voor de vrijwilligers verplicht, of ze nu meedoen of niet. ‘Sport is absoluut niet mijn ding, maar ik ben wel goed in vrijwilligerswerk. De eerste keer was ik gevraagd om hamburgers te bakken en toen hadden we ook nog haggis, gevulde schapenmaag. Ik vind het lekker, maar Vianen liep er niet voor warm. Na al die jaren ben ik nu een manusje van alles op het terrein.’ En daar werken teams van buurtbewoners met fantasienamen als de ‘De McFlurry’s’ onderdelen af als schaaplopen, paalgooien en houtzagen, terwijl een doedelzakgroep langs de roofvogelshow over het modderige veld marcheert: de hele comfortzone van William Wallace is uit de kast gehaald. Het festival is zo populair dat buurgemeente Lexmond nu ook zijn eigen Highland Games heeft. Gerrit: ‘Het is ook nog Schots weer. Voor ons niet leuk, wel goed voor het totaalplaatje.’

Berend Wessels (64)

Heerde

De liefhebbers van het betere levenslied kennen Berend beter als ‘De Kleine Bizon’. Dat is zijn dj-naam bij de Veluwse Piraten, de lokale radiozender die verantwoordelijk is voor de polonaise die al de hele middag door Zaal De Spikke slingert. De jaarlijkse artiestenmiddag – met als headliner Anita & Ed – is ook een verkapte meet-and-greet met de dj’s van de zender. Voor Berend is er in de wereld van de etherpiraat veel veranderd. ‘De spanning is eraf. Vroeger zette ik de zender aan als om 6 uur de kinderen naar bed gingen en dan ging ik lekker draaien. Maar het naar buiten loeren en onder de vensterbank kruipen als de Radio Controle Dienst voor de deur stond, dát was ook de sport. Ik ben vijf keer gepakt. Dan kreeg je een acceptgiro van 150 gulden en namen ze de zender mee. Dat spelletje is over, ze laten je nu gewoon draaien.’ De Kleine Bizon hanteert de Sky-radio-methode: plaatjes achter elkaar, geen gelul. ‘Maar dan wel goéde plaatjes. Polka’s, Oud Engels maar vooral Nederlandstalig. ‘Al vanaf mijn 15e draai ik plaatjes en nooit een andere hobby gehad. Bij mij is alles muziek.’

Henk Pennings (71)

Volkel

Henk is gek op zingen. Hij is een bekende sfeermaker bij de Brabantse liederentafel, een nostalgische muziekavond waar hij zelf ook altijd een liedje meepakt. ’Al toen ik klein was zong ik overal: op de bakkersfiets, als houtbewerker en vroeger altijd naar Dikke Leo op de Mierloseweg in Helmond, een beetje van die schuine liedjes.’ En daarmee bedoelt Henk liedjes als De Pruimenpolka en puntje d’r in, puntje d’r uit, aanstekelijke meezingers met het proces van de menselijke voortplanting als centraal thema. Op de liederentafel zingt hij nog weleens De schoorsteenveger. ‘Dan gaat het dak er af hoor. Bij elke liederentafel ben ik van de partij. Vanavond naar Hees, maar ik kom ook bij de heemkundekring in Zeeland, in Odiliapeel en natuurlijk hier in Volkel. Behalve Uden sla ik over, daar zit een menneke van 22 als een robotje op het slagwerk te timmeren: zit totáál geen stemming in. Kan hij ook niks aan doen hoor, het is natuurlijk ook geen muziek voor hem. Maar als ze daar een ander voor vinden, kom ik ook weer naar Uden.’

Marloes Merkus (21)

Noordwijkerhout

Toen Marloes in 2014 naar een auto-event op het vliegveld van Drachten was geweest, ging haar Honda Civic voor de bijl. Ooit voor tweeduizend euro gekocht, maar nu is ze achtduizend euro pimpen en een treffende koosnaam verder: ‘Princess’ heet de prijswinnende bolide. ‘Ik sla vaak door met dingen, maar met het tunen gelukkig nog niet. Nou ja, we gaan wel elk weekend vanuit Beetsterzwaag naar een event, ook als mijn vriend Sorin tot vijf uur s’nacht nog een nieuw audiosysteem aan het inbouwen is. Maar een roze auto en dan preciés het goede roze, dus geen Barbie of raar paars, dat is natuurlijk genieten. Mijn slaapkamer was ook knalroze, maar die heb ik overgeverfd toen Sorin bij mij introk. Beter voor de relatie denk ik.’

Maas Verwoert (59)

Randwijk

Maas gaat nooit op vakantie. ‘Ik ben één keer een week naar Hengelo geweest in zo’n huisje: dat was niks. Genieten doe ik thuis.’ En met thuis bedoelt hij zorgboerderij ‘De Bonte Koe’ die hij na zijn hersenbloeding is begonnen. ‘Die kreeg ik toen ik 51 was. De dokter zei: ’’Dat is twintig jaar te vroeg.’’ Natuurlijk erg aardig, maar veel schiet je er niet mee op.’ Nu leeft hij met 23 soorten geiten en een sliert exotisch kleinvee een leven in mañana mañana-stijl aan de Nederrijn. ‘Ik ben er nog goed vanaf gekomen, maar het heeft lang geduurd om te accepteren dat ik niet meer alles kan. Nu denk ik, als het nu niet afkomt doe ik vanmiddag, als het vanmiddag niet af komt doe ik het morgen en als het morgen niet af komt: ook goed. Er is nu niemand die zegt: Het mót gebeuren.’ In dat tempo kan Maas met mijn zorgklanten prima vooruit. ‘Ik hou van mensen, dieren en natuur. Met die drie verdien ik nu de kost. En bladblazen is het betere werk, dat komt altijd wel af. Die blazer is trouwens al 25 jaar oud. Zo maken ze niks meer tegenwoordig.’

Soulaiman Chiheb (17)

Rotterdam

In Amsterdam zijn de viszaken Volendams, in Rotterdam meestal Marokkaans. Zo ook bij De Oceaan, een zaak waar iedereen broers van elkaar is, behalve Soulaiman, dat is weer een achterneef, die met zijn charmante lach zes mensen tegelijk helpt als half Pendrecht aan de toonbank staat te lekkerbekken. ‘Je moet alles kunnen en alles door elkaar: frituren, fileren, bakken, afrekenen, inpakken, uitserveren en grappen maken. Mensen onderschatten het vaak, maar het is hier geen slome snackbar.’ Bijna alle klanten zitten trouwens boven een kop dampende Supa, Marokkaanse vissoep, naar verluidt de beste Rotterdam. ‘Ik was vroeger zoals ze dat zeggen ‘een probleemkind’, school ging niet en ik dacht: ik ga wel hard werken. Toen kreeg ik een kans in de vis. Want in het begin maak je fouten hoor! Als je een dure vis verkeerd snijdt, gooi je zo acht euro weg en dat drie keer per dag: dat is 24 hè. Maar nu kan ik technisch gezien overal aan de bak. Het enige wat in de vis telt, is ervaring.’

Pieter van Gendt (69)

Amersfoort

Op het winderige industrieterrein van de Oude Fabrieksstraat zou je het niet verwachten, maar twee deuren verder schuifelen vijftig stellen cheek-to-cheek, tot drie uur ’s nachts door een Argentijnse tangosalon. Pieter danst nu 18 jaar. ‘Oorspronkelijk was het om in contact te komen met de dames, haha, fair enough. Ik was ook in de veronderstelling dat ik helemaal geen danser was, maar ik heb mijzelf er echt door leren uitdrukken. Als ik thuis achter de computer zit, komen dingen als muzikaliteit, temperament en humor er helemaal niet uit, maar hier op de dansvloer wel!’ Dus nu reist Pieter door heel Europa op zoek naar de warme salons met het ambrazo-gevoel, de omhelzing. ‘Ik ben nu ook aan het leren om te ‘leiden zonder te lijden’. Dat de dame helemaal niet merkt dat ze wordt geleid en dat ze de ruimte krijgt om het zelf in te vullen. Er zijn nu trouwens ook salons waar de rollen worden omgedraaid. Vanavond heb ik hier ook al een paar keer gevolgd. Een to-taal andere sensatie. Ogen dicht, veel meer meditatief.’

Ruud Schimmel (52)

Leusden

Ruud zit al zijn hele leven in de vogels. Het begon met een grasparkietje – het instapmodel – maar nu zit de volière vol met gouldamadines, binsenastrildes en goudbuikjes. ‘Ik moet gekwetter om mij heen hebben. Een wereld zonder vogels kan ik niet voorstellen, thuis zat ik soms wel een uur of twintig per week in mijn hok.’ En dan is hij nog niet eens de fanatiekste bij De Vogelvrienden in Leusden. Hij kweekt – zeg nooit fokken in vogelland, dat is voor honden – alleen nog goudbuikjes, maar niet voor wedstrijden. ‘Onze voorzitter wel, die kweekt mutaties en die sjóuwt me dan een pak administratie met zich mee…. daar moet ik niet neer aan denken. Als er bij mij toevallig een wedstrijdvogel uit komt is het mooi, maar het moeten is er vanaf. Er moet al zoveel, ik wil gewoon rustig genieten van de vogels.’ Bij De Vogelvrienden hebben ze wel moeite met het kweken van interesse bij de jongeren: ‘De jeugdleden stoppen altijd een tijdje om achter de meisjes aan te gaan, maar eenmaal getrouwd komen ze altijd weer terug op de vogel. Maar nu hebben we nauwelijks nog jeugdleden dus die komen ook niet terug. Die generatie is gevlogen.’

Evert Bakker (57)

Heemstede

Evert racet al dertig jaar, maar vandaag voor het eerst met een truck. ‘Op mijn leeftijd rij je niet meer voor de prijzen maar voor de funfactor. En die wordt gelukkig wel steeds groter.’ Dat rijplezier is belangrijk bij de Tamiya Cup, een wedstrijd voor elektrische schaalmodellen. Evert is vijf jaar geleden overgestapt van brandstof naar het ‘elektro-gebeuren’: ‘Ik kom uit Drachten, maar als je in Noord-Nederland géén brandstof rijdt, vinden ze je een mietje. Nou, voor mij zijn dat dus boeren. De snelste elektromodellen jagen de brandstofjongens er trouwens volledig uit hoor, hebben we weleens getest. Maar voor het racen ga ik dus altijd richting het zuiden, hier is er nooit niks geen gesodemieter: één grote familie.’ Heimwee heeft hij alleen een heel klein beetje naar de decibellen van de brandstofklasse. ‘De Nitro vond ik het mooist, dat snerpende geluid in de bocht, NiiiiiiiieeeeeJOOONNNGGG! In die tijd reed ik voor de grap weleens op de openbare weg onder rijdende auto’s door. Levensgevaarlijk hoor, zou ik nu natuurlijk nóóit meer doen.’

Eric Eerden (57)

Nieuwegein

Het NK Bloemschikken is voor 95% een vrouwenaangelegenheid. Eric maakt met twee andere mannen de overgebleven 5% vol. ‘Op de bloemschikclub zit ik ook met 18 vrouwen en dan is het van: ‘dames, gaan we koffie drinken?’ Blijf ik als enige gewoon zitten hoor!’ Het hoofdthema was dit jaar ‘pikant’ met subthema’s als ‘paaldansen’ of ‘beestachtig verbonden’. Volgens de organisatie om te benadrukken dat bloemschikken NIET saai is. Eric is daar goed in geslaagd met een derde plek in de ereklasse. Hij had voor het subthema ‘geometrische liefde’ meteen een geslaagde invulling : ‘Ik zag meteen een driehoeksverhouding voor mij, dus heb ik een callgirl uit een doos laten komen.’ De deelnemers moeten ook één verplicht stuk verwerken: een schraag. ‘Daar ben ik dan weer heel slecht in, maar die benen zijn een schot in de roos. Hij heeft echt interactie in de vorm.’ Grote ambitie heeft Eric niet in Bloemschikland. ‘Ik heb een leuke baan in de bibliotheek, daar doe ik ‘het facilitaire gebeuren’. Als ik daar een boek lees zijn het altijd bloemenboeken, maar een carrière als bloemist laat ik schieten. Dat zijn trouwens wél vaak mannen, grappig he?’

Cherise Hogendorp (15)

Zwolle

Cherise is een backspot. Dat is cheerleaderjargon voor diegene die de flyer vangt, het meisje dat de lucht in wordt gezwiept en dat gaat nog weleens mis: ‘In de warming-up deed Amalia, mijn vaste flyer, een voorsalto en viel verkeerd op mijn hand. Ik ging geblesseerd de show in en moest mijzelf forceren. Toch ging het goed! Ik zit er ook pas vijf maanden op, maar met drie keer per week trainen konden we echt niet beter dan dit.’ Gelukkig was dat in de halve finale van het Nederlands kampioenschap voor de Amsterdam Panthers genoeg: door naar de finale. In juni kunnen de blauw-zilveren pom-poms weer uit de kast om in dezelfde hal de Panthers nog een keer te representen. ‘Het doet mij een beetje aan Amerika denken en met het hele team ben ik nu vriendinnen geworden, het is net familie. In Amsterdam wordt het alleen maar populairder. Er zijn nu ook mensen die trainingspakken van de Panthers bestellen en er niks mee te maken hebben. Gewoon, omdat het cool is.’

Ryk van Dijk (71)

Gytsjerk

Ryk haat feestjes. Zelfs zijn verjaardag viert hij niet. Maar op het gebied van genieten heeft hij wel zijn sporen verdient, vooral als het gaat om sigaren roken en de bijbehorende entourage waar ‘cognakkies’ een sleutelrol in spelen. ‘Ik ben ook secretaris van sigarengenootschap De Rooker in Leeuwarden en heb boven op zolder een hele verzameling. Het liefst rook ik Balmoral en dan de Dominicaan. Ook niet de duurste, maar daar gaat het niet om. Ik heb ook een kist met van die joekels van 28 euro, maar ik vind ze niet eens lekker. Bij ons op de club roken er een paar het liefst sigaren van de Aldi. Ook prima!’ Ryk benadrukt graag de unique sellingpoints van de sigaar: ‘A: Je raakt er niet aan verslaafd en B: het is gezond walmen want je rookt ze niet over longen.’ Dan volgen een serie gepassioneerde vergelijkingen van ‘de Sigaar’ met ‘de Vrouw’, maar zijn meest nieuwswaardige uitspraak is een tip voor de beginner: ‘Hoe dikker de sigaar, hoe milder die is. Beginners pakken meestal uit angst een klein sprietje. Fout! Dat is dan hartstikke scherp. Ik heb trouwens ook een schrijfmachinemuseum wil je die nog even zien?’

Willem Foppen (51)

Veenendaal

Willem is overdag accountant en ‘s avonds ballroomdanser. Zo ook op deze zaterdagavond waar de dansers tegen middernacht nóg door zalencentrum de Basiliek walsen. Hij is door de dansleraar ooit gekoppeld aan Christel en van dansen kwam trouwen. ‘Dat is perfect, er is bij ons nooit discussie wat ik ga doen ‘s avonds: ik ga gewoon dansen. De dansvloer is ook de enige plek waar wij zo’n beetje altijd ruzie hebben, haha. Maar gelukkig alleen dansgerelateerde onmin, dat ik verkeerd leidt enzo.’ Voor Willem en Christel is het een bewerkelijke passie. ‘De week is er zo mee gevuld. Eén keer lessen, drie keer trainen en dan fitness ik ook nog twee keer per week, want ik zit tegen een hernia aan.’ Het meeste geniet Willem van de Engelse wals. ‘Ik hóu van dat ritme, je krijgt er zo’n lekker zwierig gevoel van. We proberen bij wedstrijden sowieso altijd iets moois neer te leggen. En winnen natuurlijk, maar dat lukt niet altijd.

Dion van Rooijen (18)

Haaften

Rond dit bankje aan de Waal is Dion wel vaker te vinden tijdens een activiteit die hij zelf samenvat als ‘een bietje hangen’. Zelf komt hij uit Tuil, één dorpje verderop, maar hij heeft een nieuw ‘meissie’, Hanne en die komt wel uit Haaften. ‘Ja, ik hou ze liever dicht bij deur, ik heb de liefde vaak zat ver weg opgezocht. Maar ik heb haar gisteren al de hele dag gezien en één daggie zonder red ik nog wel.’ Het blijkt nog te pril om er erg over uit te wijden, dus dan maar snel door naar het werkende leven: ‘Ik sta elke dag om kwart voor zes op, dan loop ik naar de zaak, pak ik een bakske koffie en krijg ik te horen waar ik naartoe moet. Nu is dat straten leggen in Leerdam. En in het weekend is het mijn maten lastig vallen en bier drinken.’ Met die insteek van het leven kan Dion wel even vooruit. ‘Het is hier goed rustig langs de dijk, daar hou ik van.’

Pierre Boot (56)

Drachten

Pierre heeft vanochtend vanuit Zeeland 277 kilometer gereden om zijn strikes and spares te gooien op het 15e Kaden toernooi in Drachten. ‘Een beetje sportbowler gooit met twee verschillende ballen, ik dus ook. Een strikebal én een sparebal, speciaal op maat geboord. Dat weten veel mensen niet.’ De Tholenaar bowlt nu dik twintig jaar. ‘Ik gooide vroeger altijd rechte ballen, maar ik ben iets gaan verstaan. Nu gooi ik met een beetje meer effect richting een Brooklyn strike.’ En die progressie heeft Pierre veel gebracht. Een clubkampioenschap in 2005 in Hoogerheide bijvoorbeeld. Hij is een bekend gezicht in de C-klasse, altijd in onberispelijk bowlinguniform maar vandaag licht geblesseerd. ‘Ik heb last van mijn achillespees en pijn in de rug. Maar eenmaal op de baan zet je alle pijn van je af. En voor de stabiliteit doe ik altijd een brace om en tape ik mijn vingers in.’ Gelukkig sloot Pierre – ondanks drie matige openingsgames – de wedstrijd af met een onvervalste Turkey, drie strikes op rij. ‘Dat maakt de 277 kilometer terug een stuk beter te doen.’

Hans van der Hilst (51)

Amsterdam

Hans bezorgt al 15 jaar pakketjes in korte broek. Nou ja, als het echt serieus vriest komt de lange broek uit kast, maar tot de kerst heeft hij zijn handelsmerk wel aan. ‘Weet je wat het is: als het regent en je hebt een lange broek, dan loop je de hele dag met van die zeiknatte pijpen. Maar zo drogen die druppels op mijn benen meteen.’ Hans is zo’n type dat door die iedereen een ‘wereldvent’ wordt genoemd, ook omdat hij honderd keer per dag een aanstekelijk vrolijk ‘Hallo! Hans van Joeee-pie-es!’ door de trapgaten laat galmen. En tijdens dit diepte-interview van tien minuten steekt hij op straat bij iedere voorbijganger zijn hand op. ‘Nee ik ken ze echt allemaal, dat was Ralf, die besteld twee keer per week cd’s, ik hou je echt niet voor de gek.’ Hij rijdt al jaren in de buurt waar hij ook woont, zeg maar alles tussen De Clerqstraat en het Vondelpark.’ Eén minpuntje heeft die wijk wel: ‘Het zijn allemaal tweeverdieners dus er is nooit iemand thuis. Het schrijven van niet-thuis briefjes is hier mijn core-business. Lang leve het afhaalpunt zullen we maar zeggen.’

Jacques ten Dam (31)

Almelo

Jacques heeft dit jaar een transfer gemaakt van drumfanfare VIOS naar de show & marching band Amigo. Muzikaal gezien een stapje hogerop. ‘Het was voor mij nu of nooit, ik zat vanaf mijn zevende al bij VIOS. Geweldige tijd, daar liep ik als tambour-maître voor het orkest uit. Bij Amigo ben ik weer gaan trommelen. Ik moest in het begin wel flink aan de bak om een beetje een Amigo-waardig niveau te halen. Maar je mág hier ook je fouten maken en je hebt ook je lolletjes. Soms sta je tijdens repetities van tien tot vijf op een parkeerplaats te stampen, maar dan is het daarna wel met vijftien man barbecueën in iemand zijn tuin.’ En in september gaat het hele orkest naar Belfast. ‘We hebben daar een show met nummers van Coldplay. Dat klinkt dik hoor! Vorige week hebben we hem in Klundert gespeeld en daar zijn van de loopfiguren opnames gemaakt met een drone: zó strak, moet je voor de grap maar eens googelen.’

Wijnan van Ingen (18)

Zegveld

Wijnan is een polsstokverspringer, niet te verwarren met de Olympische discipline polstokhóógspringen, dit is wat de Friezen fierljeppen noemen, met een stok zo ver mogelijk over het water springen. ‘Maar die Friezen noemen alles anders toch? Polstokverspringen is eigenlijk alleen populair in Friesland en het Groene Hart, daar heb je ook de meeste sloten.’ Zelf is hij bij de Vergeer Kaas Bokaal eerste geworden in de categorie junioren B. ‘Ik spring al vanaf mijn tiende. Het is zo hard mogelijk rennen, zo hoog mogelijk klimmen en zo goed mogelijk uitspringen: alles zit erin. Droog en water.’ En áls je in de plomp valt betekent het niet dat je er niks van bakt. ‘Zelfs een echte topspringer springt één van de drie sprongen in het water. Je wil de balans vinden tussen stilstaan, maar niét achteruitgaan zodat je zo hoog mogelijk in de paal kan klimmen. En soms waag je dan teveel en is het plons.’

Tanja van de Pieterman (50)

Rijswijk

Lord, de vijfjarige Devon Rex prijskater, heeft net een teleurstellende keuring achter de rug op de FIFe World Cat Show. Het oordeel was ‘slechts’ supreme, maar Lord is meer gewend. Tanja: ‘Hij heeft eigenlijk alle haalbare titels al op zak, hij is in zijn leven wel vijf keer Best in Show geweest. Maar dit is dé kattenshow van de wereld, de top van de top. Als je geen Best in Show kat bent, mág je niet eens meedoen. Om van die concurrentie te verliezen, dat mag je eigenlijk geen verliezen noemen.’ Tanya komt oorspronkelijk uit Moskou maar runt nu in IJmuiden met haar Nederlandse man een ‘Cattery’ met 6 katten, waarvan Lord het vlaggenschip is. ‘Het is een heel bijzonder ras. Kortkrullende vacht, poeslief en héél slim. Ze zijn eigenlijk eenderde kat, eenderde aap en een eenderde hond. Ja echt, als je een balletje weg gooit kunnen ze die gewoon apporteren. Dat kan geen ander ras hoor!